Basisbereikbaarheid en de Lijn, geen woorden maar daden

SITUERING VAN HET ADVIES

Met het advies 2013/1 van 13 juni 2013 heeft de seniorenraad het college van burgemeester en schepenen opgeroepen om bij de directie van De Lijn aan te dringen op een beperkte uitbreiding van de dienstverlening. Meer concreet ging het om de vraag om aan de site DE MEERSPOORT(woonzorgcentrum en lokaal dienstencentrum De Vesting) een bijkomende halte in te lassen.

Vanuit de stedelijke overheid zijn meerdere contacten met De Lijn gelegd maar deze hebben spijtig genoeg geen direct resultaat opgeleverd.

Met het advies 2014/6 van 16 december 2014 heeft de Seniorenraad er opnieuw op gewezen dat het toch wel mogelijk moet zijn is om op bepaalde ogenblikken van de dag een vaste lijnbus die vanuit de Minderbroederstraat naar het centrum rijdt een kleine omweg te laten maken langs De Meerspoort/De Vesting om daar gebruikers te laten opstappen die zich richting Markt of station willen begeven. Die mogelijkheid zou zeker geen probleem mogen zijn wanneer er in de vigerende tijdsschema’s van de bussen ruimte is binnen een voorziene wachttijd.

De Lijn was blijkbaar niet gevoelig voor onze argumentatie.

Maar vaststellend dat de Vlaamse regering volgens haar regeerakkoord het concept basisbereikbaarheid wil realiseren wenst de seniorenraad nogmaals aan te dringen.

 

HET ADVIES

1. Aansluitend bij het regeerakkoord stelde minister Weyts in zijn beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken 2014-2019 dat de uitwerking van het concept basisbereikbaarheid de kans biedt om het openbaar vervoernetwerk te herdenken.

2. Het huidig decreet dat gebaseerd is op basismobiliteit zorgt in theorie voor een  genormeerd en afdwingbaar recht op mobiliteit. Het opleggen van een bepaalde halteafstand, frequentie en amplitude zonder rekening te houden met de noden van de gebruiker resulteerde evenwel in een rigide systeem met een hoge kost, wat een adequate bediening niet alleen bemoeilijkte maar dikwijls zelfs onmogelijk maakte.

3. Het invullen van de maatschappelijke rol van het openbaar vervoer vraagt meer maatwerk en geen algemene normen. Overstappen naar het concept basisbereikbaarheid zal daartoe kunnen bijdragen. Bij basisbereikbaarheid ligt de nadruk op de bereikbaarheid (het doel) en niet op mobiliteit (het middel).

Basisbereikbaarheid vertrekt vanuit de noden van mensen om volwaardig te kunnen participeren aan het maatschappelijk leven. Dit impliceert dat ze vanuit hun woning bepaalde bestemmingen kunnen bereiken waar in hun noden kan voorzien worden en terug thuis raken. Onvoldoende bereikbaarheid kan leiden tot sociale uitsluiting.

4. Bij basisbereikbaarheid gaat het dus niet om hoeveel kilometer iemand kan of moet afleggen, wel over welke bestemmingen en activiteiten iemand kan bereiken. Basisbereikbaarheid mag evenwel geen holle slogan blijven en heeft dus nood aan een concrete definitie.

5. De noden en behoeften van mensen om volwaardig te kunnen participeren aan het maatschappelijk leven moeten het uitgangspunt zijn van basisbereikbaarheid. Voor ouderen en mensen in de laagste inkomensklassen, zeker in de buitengebieden, is openbaar vervoer essentieel omdat ze zich anders gewoonweg niet kunnen verplaatsen. Het realiseren van basisbereikbaarheid kan ertoe bijdragen om sociale uitsluiting tegen te gaan.

6. Bij de implementatie van de basisbereikbaarheid moet ervoor gezorgd worden dat de lokale aantrekkingspolen een halte krijgen binnen het openbaar vervoer. Bij het oplijsten van die lokale aantrekkingspolen mogen zeker de woon- en zorgcentra en de lokale dienstencentra niet vergeten worden.

De seniorenraad dringt bij de stedelijke overheid aan om zich te beroepen op het concept basisbereikbaarheid om de lijn ervan te overtuigen dat de site de meerspoort (woonzorgcentrum, sociaal huis en lokaal dienstencentrum) recht heeft op een bijkomende halte.