Erkenning sociale rol de Vesting

SITUERING VAN HET ADVIES

In het kader van het woonzorgdecreet van 13 maart 2009 werd in 2009 door het OCMW de aanzet gegeven voor een Lokaal Dienstencentrum in Oudenaarde. Het LDC kreeg  de benaming DE VESTING, werd ingebed in de gebouwen van het WZC De Meerspoort en kreeg vanuit de Vlaamse overheid een volwaardige erkenning (met de daarbij horende subsidiëring).

Conform en binnen de decretale omkadering heeft DE VESTING een werking uitgebouwd waarbij de deuren openstaan voor iedereen, ongeacht de sociale achtergrond, de leeftijd, de financiële mogelijkheden, de culturele eigenheid, de capaciteiten, de gezondheidstoestand …

Vertrekkend vanuit de integrale en individuele benadering van de gebruiker wordt

ingespeeld op de nood aan sociaal contact, de vraag naar een zinvolle

vrijetijdsbesteding, de nood aan vorming en aan informatie.

 

HET ADVIES

1. De seniorenraad heeft steeds met meer dan gewone belangstelling de ontwikkeling gevolgd en wil zijn waardering uitspreken voor de sociale rol die DE VESTING de voorbije jaren heeft gespeeld.

2. Er is trouwens van bij de oprichting van de seniorenraad een structurele en bevoorrechte relatie opgebouwd. Volgens de vigerende statuten van onze raad heeft het LDC zelfs een permanente – en stemgerechtigde – afgevaardigde zowel in de plenaire vergadering als in het Dagelijks Bestuur. Anderzijds is de seniorenraad vertegenwoordigd in de Centrumraad.

3. Vanuit de vrees voor een directe of indirecte “concurrentie” hebben de ouderenorganisaties die deel uitmaken van de seniorenraad weliswaar in den beginne met enig wantrouwen naar de ontwikkeling van activiteiten in DE VESTING gekeken maar nu kan men globaal spreken van een complementariteit in het aangeboden activiteitengamma. De intentie om in de toekomst te komen tot meer  gezamenlijke activiteiten en de infrastructuur van DE VESTING open te zetten voor de lokale ouderenorganisaties wordt als positief ervaren.

 4. Om DE VESTING op alle domeinen haar sociale rol ten volle te laten spelen is het evenwel onontbeerlijk om het Dienstencentrum nog meer zichtbaarheid te geven door in alle communicatiekanalen van de stedelijke overheid (Stad en OCMW) voldoende ruimte te voorzien voor het palet aan initiatieven dat ter beschikking wordt gesteld aan de ganse bevolking.